Ik kom langzaam uit mijn isolement

Paul (55) woont zelfstandig in Breda, maar er komt nooit iemand bij hem binnen. Zijn omgeving heeft er geen idee van dat zijn huis eigenlijk niet meer bewoonbaar is. ‘Ik bereikte een dieptepunt toen ik uit nieuwsgierigheid verdovende middelen uitprobeerde.’

‘Sinds een paar jaar heb ik de diagnose Asperger (een vorm van autisme). Ik heb weleens eerder een test gedaan, maar ze konden het nooit hard maken of ik nu wel of niet een vorm van autisme heb. Al jaren woon ik vrij zelfstandig. Mensen komen nooit bij mij thuis, dus niemand weet wat er zich achter die deur afspeelt. Uit nieuwsgierigheid ben ik eens verdovende middelen gaan proberen. Ik kon de gevolgen ervan op dat moment niet overzien. Ik dacht dat het onschuldig was, totdat ik ‘out’ ging. Ik raakte bewusteloos. Na twee dagen vond mijn zus me thuis op de grond. Ze schrok enorm van mij, maar ook van de enorme hoeveelheid spullen in mijn woning. Ze kon met moeite door de voordeur het huis binnen komen. Dit was een reden om de hulp van MEE-cliëntondersteuner Sandra Kok in te schakelen; het kon zo niet langer.’

Hulp weigeren

‘Het contact met mijn familie is er, maar verloopt niet altijd even soepel. Mijn broer Michel is op de hoogte van de situatie en probeert te helpen, maar ik sta er niet voor open en houd iedereen buiten de deur. Ik heb geen hulp nodig, denk ik steeds. Mijn andere broers en zussen willen niet meer helpen. Ze hebben er geen vertrouwen meer in, doordat het steeds weer mis blijft lopen. Dat komt deels door mijn Asperger. Ik weet gewoon niet altijd hoe ik iets moet aanpakken.”

Openheid aan de familie

‘Zelf had ik geen idee van de impact van mijn beperking in mijn leven. Ik dacht dat dit normaal was. Sandra heeft mij duidelijk kunnen maken wat mijn beperking inhoudt en hoe dit mijn leven beheerst. Ik was me daar niet van bewust. Ze stelt voor om mijn familie te betrekken bij een aantal gesprekken. Middels Sociale Netwerk Versterking brengen we mijn netwerk en mijn hulpvragen in kaart. Ik moet dus open kaart spelen met mijn familie, waar ik een dubbel gevoel bij heb. Ik schaamde me. Ik wist dat er iets ‘mis’ was, maar kon het nooit goed verwoorden. Sandra heeft mijn familie heel goed kunnen uitleggen wat Asperger is en hoe dit zichtbaar wordt. Ik had ze dat nooit zo kunnen uitleggen. Dankzij haar weten we nu dat mijn gedrag samenhangt met mijn beperking en dat het geen onwil is.’

Mijn gedrag hangt samen met mijn beperking en dus niet met onwil. Hierdoor krijg ik meer begrip uit mijn omgeving

Ruimte voor begrip

‘Niemand wist dat ik zoveel spullen thuis had staan en dat de situatie zo erg was. Ik schaamde me voor mijn gedrag, maar kon niet plaatsen. Achteraf ben ik blij dat mijn familie nu meer begrip heeft en weet hoe ik in elkaar zit. Ze hebben nu een beter beeld van autisme en wat dit betekent voor mij. Samen met mijn familie ben ik mijn huis gaan opruimen. Ik heb dit vooral voor mijn moeder gedaan. Ze is al 90 jaar en ik zou graag willen dat ze op bezoek komt. Dat kan nu.’

De toekomst

‘Stap voor stap krijg ik mijn leven weer op de rit. Mijn hele flat is onder handen genomen en opgeknapt. Nu ik weet dat ik Asperger heb, begrijp ik ook beter hoe ik zelf in elkaar zit. Ik neem deel aan de gespreksgroep autisme bij MEE West-Brabant; daar vind ik veel herkenning bij andere lotgenoten. Ook is dit goed voor mijn sociale contacten. Op mijn werk probeer ik steeds vaker een gesprekje aan te gaan met een collega. Ik moet dit leren. Eind vorig jaar werd ik boventallig bij mijn vorige werkgever. Sinds kort doe ik via Sandra vrijwilligerswerk bij MEE West-Brabant. Ik doe er allerlei klusjes en dit vind ik leuk. Het geeft me veel voldoening. Ook hier probeer ik met mensen contact te leggen en leer ik om me hier prettig bij te voelen. Ik wil me graag nuttig maken en ben goed op weg. Ik ga iedere dag met plezier naar mijn werk.’

De namen in dit verhaal zijn fictief.