Cliëntverhaal Erva onafhankelijke cliëntondersteuning

Kijken naar de mogelijkheden

Erva is een meisje van 11 jaar en zit in de laatste klas van het Speciaal Basis Onderwijs (SBO). Via school wordt de cliëntondersteuner van MEE gevraagd mee te kijken naar preventieve inzet op het gedrag van Erva. De school geeft aan dat zij dwars is, boos doet en weinig sociaal inzicht heeft. Ruzie in de (school)bus en vriendinnen die haar afstoten zijn resultaten hiervan.

De cliëntondersteuner van MEE gaat allereerst op huisbezoek bij moeder en Erva. Het blijkt een sociaal arm gezin met een Turkse achtergrond. Vader spreekt en begrijpt geen Nederlands, hij werkt hele dagen in een fabriek. Opa en oma wonen naast ze en zijn de Nederlandse taal ook niet machtig. Moeder is beperkt en spreekt de Nederlandse taal wel. Bij deze eerste kennismaking brengt de cliëntondersteuner samen met moeder in kaart welke hulpvraag er ligt met betrekking tot het gedrag van Erva. Moeder geeft aan geen intensieve opvoedondersteuning te willen. Wellicht is dit ook niet nodig.

In het tweede bezoek zoekt de cliëntondersteuner contact met Erva zelf. Ze spreekt weinig en dus vraagt de cliëntondersteuner haar of zij via een tekening een en ander kan duiden. Zij laat zien hoe haar familie eruit ziet. Velen wonen in Turkije, maar ook bij hun in de buurt. De contacten lijken goed. Erva geeft aan dat zij graag wil dansen en op boksles wil. Moeder staat er niet voor open. Ook omdat zij geen geld hebben voor sport.

De cliëntondersteuner brengt naar aanleiding van het probleem en de hulpvraag de mogelijkheden in kaart en gaat voor een meer compleet beeld in gesprek met de juffrouw van Erva op school. Zij heeft een goed beeld van de situatie en kan positief ondersteunen bij de ontwikkelingen.

Door het kleine netwerk van Erva, moeilijk aansluiting kunnen krijgen met leeftijdgenoten, gepest worden en de dubbele cultuur zou speltherapie of Psycho Motorisch Therapie een oplossing te kunnen bieden. De cliëntondersteuner kiest ervoor uiteraard in overleg met moeder te starten met het opbouwen van weerbaarheid via sport. Via het jeugdfonds sport heeft de MEE-cliëntondersteuner geregeld dat Erva naar Taekwondo gaat in het dorp. Ze straalt en vindt het geweldig leuk. De cliëntondersteuner blijft het gezin nog enige maanden volgen. Er komt een overgang aan naar de Praktijkschool. Het is fijn als dit zo moeiteloos mogelijk verloopt. Gesprekken met Erva, haar huidige en nieuwe school en contact met moeder zijn daarbij essentieel.

Moeder probeert de cliëntondersteuner breder inzicht te geven in opvoeden, waarbij het cultuurverschil tussen de Turkse en de Nederlandse wijzen aan bod komen. Hierdoor kan zij Erva beter begeleiden bij het opgroeien in deze twee culturen. Het gaat ook goed op school, Erva kan zich goed houden als anderen iets tegen haar zeggen en ze wordt niet meer zo snel boos. Dit maakt dat ze weer gezien wordt door haar klasgenoten. Een hele positieve ontwikkeling. Er is geen therapie of tweedelijnszorg nodig. De preventieve inzet blijkt voldoende. Hierbij is het van belang dat moeder de inzet weer kan inschakelen bij een nieuwe vraag en wenselijk een vinger aan de pols houden totdat dit gezin weer volledig zelfstandig verder kan.

De namen in dit verhaal zijn fictief.